De elektronische database PLAND bevat een verzameling van Nederlandse volksnamen van planten en is voor bijna tachtig procent gebaseerd op het dialectmateriaal dat door middel van vragenlijsten door het Meertens Instituut en andere instellingen, zoals de universiteiten van Nijmegen, Gent, Leuven en Groningen, in de loop van vele jaren verzameld is. Dit materiaal omvat momenteel ruim 275.000 records. In totaal zijn sinds de oudste enquête uit 1885 de benamingen afgevraagd van rum 340 planten en vruchten. De andere twintig procent bestaat uit taalmateriaal dat verzameld is uit handschriften, privé-verzamelingen en gedrukte bronnen, zoals dialectwoordenboeken gaat terug tot 1808. Het is de omvangrijkste verzameling volksnamen van planten in het Nederlandse taalgebied.
De eerste verzameling plantennamen werd in 1907 in Nederland gepubliceerd in het Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten door H. Heukels. Het is alfabetisch op Latijnse botanische nomenclatuur geordend en bevat in feite de bouwstoffen van de Commissie voor Nederlandsche plantennamen, die op 27 december 1902 door de (inmiddels Koninklijke) Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging in het leven geroepen werd om eenheid te brengen in het gebruik van de Nederlandse plantennamen. Ongeveer 120 medewerkers leverden daarbij materiaal voor het hele land. Heukels heeft de geografische verspreiding van de verschillende namen behouden door aan te geven in welk deel van het land ze voorkomen.
Het woordenboek van Heukels, dat in 1987 ongewijzigd herdrukt werd, geeft daarnaast ook ‘Oude namen’ uit de bekendste zestiende- en zeventiende-eeuwse kruidenboeken. Heukels geeft daarmee een identificatie van talloze plantennamen uit die periode. Het register op volksnamen achterin omvat maar liefst 12.500 namen.
Bijna 20 jaar eerder verscheen het Kruidwoordenboek van L.L. de Bo, uitgegeven door Joseph Samyn (Gent 1888), alfabetisch geordend op de Vlaamse naam met ongeveer 4500 volksnamen. Deze uitgave berust vooral op het materiaal dat De Bo verzamelde voor het Westvlaamsch Idioticon, dat hij in 1873 voltooide.
Een jaar vóór deze publicatie schreef het Kruidkundig Genootschap van België een prijsvraag uit om te komen tot een woordenboek met de volksnamen van planten. De bekroonde plantkundige E. Pâque bewerkte het binnengekomen materiaal tot een alfabetisch woordenboek dat in 1896 te Namen verscheen onder de titel De Vlaamsche volksnamen der planten van België, Fransch-Vlaanderen en Zuid-Nederland met aanduiding der toepassingen en der genezende eigenschappen der planten. Het is samengesteld met hulp van 43 materiaalverzamelaars en bevat gegevens voor maar liefst 271 plaatsen, waaronder ook een tiental Nederlandse. Het woordenboek is geordend op de Vlaamse namen, waardoor het soms lastig te gebruiken is voor niet-Vlamingen, maar een register op de Latijnse nomenclatuur maakt het toch toegankelijk. In 1912 completeerde E. Pâque deze uitgave met een Bijvoegsel. Deze 156 bladzijden tellende aanvulling geeft nieuw materiaal van 27 informanten.
Geestelijk vader en uitvoerder van de PLAND is dr. Har Brok, sinds 1972 werkzaam op het Meertens Instituut. In zijn onderzoek bouwt hij voort op zijn doctoraalscriptie over Den Herbarius in dyetsche uit 1484. Naast zijn andere dialectologische werkzaamheden heeft dit in 1976 geleid tot het intensief verzamelen en documenteren van de Nederlandse volksnamen van planten. Na zijn dissertatie Enkele bloemnamen in de Nederlandse dialekten. Etnobotanische nomenclatuur in het Nederlandse taalgebied (1991) zette hij de PLAND op. Hij is daarbij geholpen door vele student-assistenten en de introductie van de computer leidde tot het digitaliseren van vele tientallen kaartenbakken. Sinds 2003 wordt hij met plezier en grondig bijgestaan door dr. Joep Kruijsen (Universiteit Nijmegen / Meertens Instituut), onder andere auteur van de Flora-aflevering van het Woordenboek van de Limburgse Dialecten
Met betrekking tot het geënquêteerde materiaal geldt 1885 als begindatum. Het eerder in drukvorm verschenen of in handschriften bewaard materiaal gaat terug tot het begin van de negentiende eeuw (1808).
Een materiaalverzameling is nooit compleet, ook die van de PLAND niet. Een deel van het verzamelde materiaal is nog niet ingevoerd en bewerkt en de bronnen breiden zich nog steeds uit. Gelukkig is dat materiaal tegenwoordig digitaal vastgelegd, maar dan moet het nog bewerkt worden. In principe is opgenomen:
Door de integrale opname van de Flora-afleveringen van het Woordenboek van de Brabantse dialecten en het Woordenboek van de Limburgse dialecten is de materiaalverzameling in die gebieden vrijwel compleet. Een uitzondering op het geheel vormen de omvangrijke en nog in druk raadpleegbare woordenboeken van Heukels (reprint 1987), De Bo (reprint 1980) en Pâque (zie boven). Hetzelfde geldt onder andere voor de plantennamenwoordenboeken van Gerth van Wijk (reprint 1971) en Vandenbussche (reprint 1978).
Aan de uitbreiding van het materiaal wordt gestaag doorgewerkt. Dat houdt in dat het in de Flora-aflevering verwerkte materiaal van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (2003) in afzienbare tijd zal kunnen worden toegevoegd.
De PLAND omvat het gehele Nederlandse taalgebied: Nederland inclusief Friesland, Nederlandstalig België en Frans-Vlaanderen.
In de PLAND zijn alle in het hele taalgebied groeiende wilde planten, tuin- en sierplanten opgenomen. Voor sommige planten zijn slechts enkele gegevens beschikbaar en voor andere enkele duizenden; dat hangt af van het beschikbare materiaal. Begin 2009 bedroeg het aantal planten met méér dan 100 gegevens 340, met 20 tot 100 gegevens 109.
Schematisch ziet dat er als volgt uit:
101 - 500 data: | 218 planten |
501 - 1000 data: | 51 planten |
1001 - 1500 data: | 20 planten |
1501 - 2000 data: | 21 planten |
2001 - 3000 data: | 15 planten |
3001 - 5000 data: | 10 planten |
meer dan 5000 data: | 5 planten |
Het maximum aantal gegevens van 9937 geldt voor de Eik (5568 voor de boom en 4276 voor de Eikels).
Er is inmiddels een begin gemaakt met de toevoeging van de land- en tuinbouwgewassen en kamerplanten. Voor het zuidoosten van het taalgebied is deze uitbreiding reeds omvangrijk.
De database PLAND omvat momenteel ruim 275.000 nauwkeurig gedocumenteerde dialectgegevens, die zich tot in detail lenen voor wetenschappelijk onderzoek. Alle data zijn voorzien van de volgende gegevens:
De PLAND is vele malen uitvoeriger dan algemene woordenboeken, zoals Van Dale. De PLAND geeft een inventaris van alle Nederlandse volksnamen van planten en hun betekenis. De PLAND gaat daarbij niet uit van één streek of plaats, maar van het gehele Nederlandse taalgebied. Via de verschillende velden in de database – en combinaties daarvan – kan men inzicht krijgen in taalkundige, historische, geografische en botanische aspecten. De volgende informatie is vanaf de openingspagina van de publieksversie van de PLAND via verschillende ingangen beschikbaar:
Daarnaast is de volgende informatie voor de gebruikers van de wetenschappelijke versie van de PLAND beschikbaar: